vrijdag 10 juli 2015

VUURWERK TOEN MIJN MOEDER NOG LEEFDE




Ieder jaar, in de zomer, is er kermis in mijn geboortedorp;
een groots vuurwerk vormt het hoogtepunt en sluit de festiviteiten af. 
Ik moet van ver komen om het mee te maken, ik mis het node,
ook al word ik haast door niemand meer herkend.

Tegen middernacht wordt het vuurwerk afgeschoten nabij de kerk.
Ik was eens zo verliefd dat ik bij het graf van mijn moeder
naar het spektakel in mijn eentje ging kijken. 

Ik weet niet of dit gedicht toen werd geboren, het doet er ook niet toe.
Wat ik wel weet is dat het graf van mijn moeder nu eens purper kleurde, 
daarna geel, hoe verrukt ik naar hemel en aarde keek en veronderstelde
dat dit alles ook haar niet kon ontgaan, als toen zij nog leefde.

Hoe, diep in de nacht, de rust tenslotte over het dorp ging liggen, 
hoe alles weer werd als vanouds, hoe ik daar bleef zitten.